Antje
Ergens in een gehucht aan de zee wonen drie oude vrijgezellen. Hun vader heeft hen een groot erf nagelaten, maar daar hebben ze maling aan. Ze leven van de zee en de visvangst. Hun zuster en haar man komen af en toe het erf besnuffelen en klagen dat het vaderlijk erfdeel helemaal naar de haaien gaat en zij met hun zes kinderen en hun hypotheek niets meer zullen erven als de drie broers het tijdelijke met het eeuwige zullen verwisselen. In dit nogal rare milieu komt plotseling een meisje opdagen. Antje, de nieuwe meid van de drie vrijgezellen. Zij kent alles, weet alles en doet alles. En zo brengt zij dan ook ophefmakende wijzigingen in het leven van de drie mannen, die op hun oude dag nog goede manieren leren, mooi pootjes leren geven, zich behoorlijk leren kleden. Aanvankelijk zint de komst van Antje de drie broers niet. Ze proberen haar zelfs buiten te krijgen. Maar daar valt niet aan te denken. Antje is er en blijft er. Toch zal Antje uiteindelijk vertrekken om zelf haar geluk te zoeken.